De renovatietechnieken

Sleufloze renovatie van leidingen is feitelijk al een aloude techniek. Het plaatsen van een nieuw leidingsegment in een lekkende leiding werd al in de Romeinse badhuizen toegepast. Hoewel de uitvoering van de huidige technieken hier ver van af lijkt te staan, is het principe nog steeds hetzelfde: door het aanbrengen van een nieuwe leiding of liner in een bestaande leiding wordt een defect opgelost en wordt de levensduur van de bestaande leiding verlengd.

 

Inmiddels is er een heel scala aan technieken ontstaan, ieder met eigen kenmerken en voordelen. We onderscheiden bij de renovatietechnieken in principe drie hoofdgroepen:

  • Reliningstechnieken: dit zijn saneringstechnieken waarbij een nieuwe leiding of bekleding in de bestaande leiding wordt ingebracht. In beginsel leidt dit altijd tot diameterverlies. Dit leidt overigens niet per definitie tot een lagere hydraulische capaciteit. Door een gunstiger wandruwheid van de nieuw aangebrachte liner / leiding kan vaak een beperkte diameterreductie gecompenseerd worden.
  • Spraytechnieken: hierbij wordt de binnenwand van de te renoveren leiding voorzien van een nieuwe coating aan de binnenzijde. Deze wordt aangebracht door middel van het sprayen van een laagje cement (cementeren / cement mortar lining) of kunsthars (resin lining).
  • Reparatietechnieken:  technieken die lokaal in de leiding gebreken kunnen repareren. Deze technieken zijn niet geschikt om een leiding structureel / constructief op te waarderen. Wel kunnen zijn ingezet worden om bijvoorbeeld scheuren, barsten, gaten en andere beschadigingen in een leiding op te heffen. Eigenlijk is dit geen renovatie maar een reparatie!

 

De verschillende technieken worden uitgebreid beschreven op de techniekpagina’s binnen de NSTT-site.

 

Naar boven